Google vs Facebook

Google vs Facebook

Wie kent ze niet: Google en Facebook. Beide grote tech giganten waar je bijna niet omheen kunt wanneer het om online adverteren gaat. Beiden hebben hun eigen unieke kenmerken. In dit blog gaan we in op de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee giganten. Er zijn natuurlijk enorm veel verschillen tussen Facebook en Google maar beide weten ze je doelgroep te bereiken. De een is een zoekmachine en de ander is een social media platform. 

Google heeft wereldwijd een marktaandeel van 91,56% in zoekmachines en Facebook heeft wereldwijd een marktaandeel van 73,44% in social media (bron). En dat is wereldwijd! Dus denk eens aan hoe veel mensen je kunt bereiken.

Push en pull strategie

Zoals eerder gezegd sluit het advertentienetwerk van Google en Facebook ideaal aan op je strategie. Google is meer gericht op het vindbaarheid waar een doelgroep naar op zoek is en Facebook is gericht op het onder de aandacht brengen van je advertentie onder je doelgroep. Daarom is het ook belangrijk om te weten dat (wanneer we naar de traditionele marketing termen kijken) is Facebook ideaal voor push-marketing en sluit Google ideaal aan op pull-marketing. Dat zorgt er ook voor dat de betaalmodellen anders zijn. Bij Google betaal je normaliter per klik (Cost Per Klik, of CPC) en bij Facebook betaal je normaliter per 1000 weergaven (Cost per mille, of CPM). Google is eigenlijk heel simpel: klikt er niemand op je advertentie, dan betaal je ook niet. Bij Facebook ligt dat net iets anders en betaal je ongeacht iemand op je advertentie klikt of niet. Daarom is het van groot belang om de juiste doelgroep op de juiste manier met het juiste beeldmateriaal te benaderen. Dat zorgt er dan onderaan de streep voor dat je met je budget zoveel mogelijk websitebezoekers genereert.

Als voorbeeld: wanneer je online zoekende bent naar een paar mooie schoenen zou je uiteraard direct naar een bekende website kunnen gaan, maar laten we voor nu eerst even beginnen op Google. Je typt dan uiteraard het woord “schoenen kopen” in om dan bij websites te belanden die daadwerkelijk ook schoenen verkopen. Je zoekt dus iets op en hebt binnen enkele milliseconden al een overzicht van websites die je kunnen voorzien van een antwoord. Dat is pull-marketing.

Je hebt uiteindelijk enkele websites bezocht maar het is toch niet waar je naar opzoek was. Na 30-minuten heb je nog geen paar schoenen kunnen bestellen en staakt het zoeken. Morgen nog een dag, maar nu eerst even afleiding op social media. Een tijd later ben je lekker aan het scrollen door je social media feed en ziet advertenties van schoenenwinkels die de nieuwste paar schoenen onder de aandacht brengen. Je was er niet actief naar op zoek maar het wordt onder de aandacht gebracht. Dat is push-marketing.

Conclusie

Het adverteren op Google en Facebook is beide een juiste manier van adverteren. Alleen is het wel belangrijk om de kanalen op het juiste moment in te zetten. Heb je een bedrijf die auto onderdelen verkoopt, dan is het misschien niet geheel effectief om gebruik te maken van Facebook advertenties voor directe conversie-doelen maar meer van Google advertenties omdat je direct een probleem op wilt lossen door de oplossing aan te bieden. Iemand die opzoek is naar auto onderdelen zou het wellicht direct willen hebben, anders zou diegene niet op zoek zijn. Daarom is het belangrijk om jezelf in de schoenen van je klant te plaatsen. Waar wil ik zichtbaar zijn in de marketing funnel? En richt daar je marketingkanalen op in.

Ondersteuning nodig?

Heb je nog vragen of heb je ondersteuning nodig met je Facebook advertenties? FB-marketing.nl heeft zeer betrouwbare partners die je snel kunnen helpen. Neem gerust contact op met FB-marketing en wij zullen snel contact met je opnemen.